Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De mond des zots is [16]hemzelven een verstoring, en zijn lippen een [17]strik zijner ziel. 16. Dat is, oorzaak zijner verstoring, dat is van zijn verderf en ondergang. 17. Te weten, waarin hijzelf gevangen wordt. Vergelijk boven hfdst.12 vs.13, en de aantekening.